Press
Steeds meer concurrentie op markt voor zelfrijdende auto’s

Steeds meer concurrentie op markt voor zelfrijdende auto’s

De concurrentie in de race om de ontwikkeling van de zelfrijdende auto neemt toe. Japanse, Zuid-Koreaanse en Chinese autofabrikanten bouwen bij de massaproductie van hun modellen steeds meer geautomatiseerde functies in. Toch lopen de Duitse en Amerikaanse autofabrikanten nog steeds voorop.

Dat blijkt uit de Automated Vehicles Index (AVI), die adviesbureau Roland Berger periodiek uitbrengt in samenwerking met het Onderzoeksinstituut voor de Automobielsector (fka) in Aken. Voor het opstellen van de index analyseren beide partijen de technologische vooruitgang, productie en onderzoeksactiviteiten bij de autofabrikanten in negen landen, van de Verenigde Staten tot Japan. Roland Berger en het fka combineren die analyse met gegevens over de marktgrootte, de vraag naar zelfrijdende auto’s en de regelgeving.

Amsterdam, 7 augustus 2016

Voorsprong

Duitsland, de VS en Zweden leiden de AV-index. China, Frankrijk en Italië staan helemaal onderaan. De Duitse en Amerikaanse fabrikanten hebben een voorsprong op hun concurrenten, omdat ze al geruime tijd diverse geautomatiseerde functies inbouwen tijdens de massaproductie van hun modellen. Die voorsprong slinkt echter rap nu steeds meer autofabrikant geautomatiseerde functies inbouwen.

Zo leveren Toyota en Tesla tegenwoordig standaard elektronische remassistentie mee in voor hun Amerikaanse modellen. Kia en Hyundai, die zich tot dusverre nauwelijks hadden geroerd op dit gebied, testen prototypes in de Verenigde Staten en Zuid-Korea en en Chinese fabrikanten als Changan en BAIC hebben onlangs ook enkele prototypes geïntroduceerd.

Volgens René Seyger, partner van Roland Berger in Amsterdam, wordt de markt voor de (gedeeltelijk) zelfrijdende auto steeds dynamischer. “Een ontwikkeling die alleen maar doorzet als niet-traditionele spelers en start-ups zich op de markt begeven, of door overnames en samenwerkingsverbanden van techbedrijven en gevestigde fabrikanten.”

Wetgeving

Als het om wetgeving gaat, lopen de Verenigde Staten nog steeds voorop, vooral dankzij de simpele procedures voor het verlenen van vergunningen. Ook hebben de VS de computer de facto erkend als chauffeur – mits het systeem voor automatisch rijden heeft bewezen onder alle omstandigheden te functioneren. Zover is Europa nog niet, maar het zet wel serieuze stappen. In Duitsland hoeven bestuurders hun voertuig niet meer altijd zelf te besturen, wat de vergunningverlening voor (gedeeltelijk) zelfrijdende auto’s makkelijker maakt. Nederland zet een belangrijke stap bij de ontwikkeling van de zelfrijdende auto met de pilot van de zelfrijdende bus tussen de campus van de Wageningen Universiteit en het station.

Connectiviteit

Onderzoek en ontwikkeling van de zelfrijdende auto kan in vrijwel alle landen op forse subsidies blijven rekenen. Er zijn wel grote verschillen in aanpak, vooral wat betreft de technologie die auto’s moet verbinden met infrastructuur. De VS en Japan concentreren zich op het ontwikkelen van zogeheten Dedicated Short Range Communication (DSRC), die gebruikmaakt van radiofrequenties. Europa zet in op gebruik van het mobiele netwerk. Het verwacht de huidige bandbreedteproblemen vanaf 2020 op te lossen met 5G. Casper Veenman, principal van Roland Berger in Amsterdam: “Door het ontbreken van wereldwijde standaarden is dit een van de moeilijkste vraagstukken voor autofabrikanten bij de ontwikkeling van zelfrijdende auto’s.”

Contact us
  • Photos iZonda/iStock